2 Burkina Faso reiservaringen en tips
Bezienswaardigheden
Gastvrijheid
Natuur
Stranden
Eten
Sorteer reiservaringen op: Datum | Reisperiode | Beoordeling
Filter op reisvorm
-
Maarten Koningsveld op 02-01-2015
Gereisd december 2010 • 1 week lang • alleen • zelfstandig“Onondekt Afrika, maar zo toegankelijk!”
Zo gastvrij! Zo hartelijk! Zo Afrika!
Dit land wordt nog maar weinig door toeristen bezocht en dat betekent dat iedereen die je ontmoet nog geïnteresseerd en hartelijk is, dat kleine kinderen (buiten de grootste steden) nog omkijken, omdat ze niet elke dag een blanke zien. Het betekent ook dat je als toerist af en toe best je weg moet zoeken, maar dat maakt het extra gaaf als je op zulke mooie plekken komt. Het is een waanzinnig kleurrijk land: zowel de landschappen veranderen elke paar kilometer van kleur: van rood en bruin in het droge noorden, tot diep en fris groen in het meer vruchtbare zuiden. Ook de mensen zijn ontzettend kleurrijk gekleed: bijna alle jongens en jonge mannen lopen in voetbalshirtjes van grote Europese clubs, de rest heeft overhemden of omslagjurken van hele kleurrijke lokale stoffen aan. Heel vrolijk!
Ik bezocht Burkina Faso eind 2010-begin 2011 en toen was het een erg veilig deel van de wereld. In 2014 werd er een coup gepleegd, dus het is wel raadzaam de veiligheidssituatie goed in te schatten. Maar ik heb me er maar één keer onveilig gevoeld: toen een opgeschoten Ghanees me op een drukke straat in Ouagadougou geld wilde ontfutselen. Maar het bleek de uitzondering die de gastvrijheid in dit land bevestigt.
Als je met het vliegtuig aankomt wordt de bagage met een handkar gesleept van het vliegtuig naar een aantal houten blokken in de terminal (die niet veel groter is dan een groot huis in Nederland). Daarop wordt de bagage bij gebrek aan een lopende band tentoongesteld, zodat de reizigers hun tas of koffer kunnen uitzoeken. Je weet dan gelijk dat je in een eenvoudiger deel van Afrika bent aangekomen. En dat gevoel blijft: De hoofdstad Ouagadougou (die steevast 'Ouga' genoemd wordt, ook in kranten en op borden bij busstations) kent nauwelijks gebouwen met meer dan één verdieping. Er zijn wel wat geasfalteerde straatjes in de hoofdstad, maar de meeste weggetjes zijn gewoon stoffige paden waar te vaak opgelapte auto's, brommertjes en ezelkarretjes af en toe plaats moeten maken voor een witte 4x4 van de Verenigde Naties of de West-Afrikaanse Bank.
Ik reisde met de bus verder naar Bobo-Dioulasso, een hele ervaring. Als je een beetje Frans spreekt kom je er wel uit om een kaartje te kopen bij één van de verschillende busbedrijven. Vervolgens moet je wachten tot de bus (met waarschijnlijk wat vertraging) arriveert en als dat gebeurt begint het spectakel: brommers, tweepersoonmatrassen, kooien met levende dieren en allerlei andere bagage wordt in het ruim gepropt. Alles wordt voorzien van een stuk schildertape waar de bestemming van de eigenaar op wordt geplakt, maar aangezien alles al snel stoffig is geworden is het heel normaal als dat niet echt plakt en liggen er talloze tape-stukje op de grond. Ook mijn rugtas bleef ongemarkeerd, maar kwam gelukkig gewoon op de juiste bestemming aan. Dichtgepakt op elkaar zit je in de bus die over stoffige wegen rijdt en bij elke dikke boom lijkt te stoppen, maar uiteindelijk kom je op je bestemming.
Mijn stop was Boromo, één van de grotere steden van het land, maar dat betekent niet dat er verharde wegen of taxi's zijn. Ik sliep hier bij een eenvoudig hotelletje van een Fransman die getrouwd is met een lokale zangeres en waar ik heel gezellig met wat Fransen en Zwitsers die er ook sliepen de avond doorbracht. De volgende dag ging ik op safari door het Parc Nationale des Deux Balés. Een hachelijke ervaring: met een aftandse auto die onderweg een uitlaat verloor werd ik door één van de rangers en een chauffeur rondgeleid. Hoewel we heel wat pootafdrukken zagen en ook wat verse poep, kwamen we helaas geen olifanten tegen. In andere seizoenen is de kans groter, nu was er overal in het park water te vinden en blijven ze verder bij mensen vandaan, maar het is wel degelijk mogelijk om ze te spotten (ik zag er een week later wel een aantal in het Ghanese 'Mole National Park').
Mijn volgende stop was Bobo-Dioulasso, de tweede stad va het land en een fantastische plek! Hier leeft de muziek en de stad heeft een vriendelijke en feestelijke sfeer. Hoogbouw is hier al helemaal afwezig, maar er is wel keuze uit hotels en restaurantjes. De oude wijk is prachtig om te ontdekken, maar het werd me wel afgeraden om dat op eigen houtje te doen. Met een gids struinde ik daarom door de kleine straatjes waar de mensen graan stampen, metselen, metaal bewerken, eigen bier maken (ik heb het geproefd, maar kan het niet aanraden) en ook wel wat winkeltjes voor de toeristen hebben opgetuigd. Als je daar echter aangeeft niets te willen kopen, wordt er niet echt aangedrongen.
Mijn meest bijzondere belevenis was een bezoek aan het meer van de heilige vissen. Dit is een meertje waar grote vissen met waanzinnige snorren dicht op elkaar zwemmen en die groot kunnen groeien, doordat ze door een sjamaan gevoerd worden met offervlees. Het was niet makkelijk om te vinden, mijn taxi-chauffeur moest meerdere malen de weg vragen en vervolgens was het nog een flinke, maar prachtige wandeling door een soort oase in de woestijn. Nadat we afgedaald waren naar het riviertje kwamen we op de offerplek. Hier moest mijn chauffeur eerst lang en uitgebreid de sjamaan overtuigen dat ik aanwezig mocht zijn op deze heilige plek, wat ernstig bemakkelijkt werd door een paar West-Afrikaanse Franken tevoorschijn te halen. Ik mocht echter absoluut geen foto's maken (stiekem lukt het later wel). Overal zag je kippenveren en bloed: de dieren die het meest geofferd worden zijn kippen en geiten. Je komt erachter dat het best luguber is om te zien hoe een geit wordt geslacht, als je een eenvoudige stadsjongen uit Nederland bent. De vissen vechten elkaar bijna het meer uit als de stukken vlees worden gevoerd en nadat ik een tijdje liet zien werkelijk geïnteresseerd te zijn en geen kwaad in de zin had mocht ook ik de beesten wat dode kip voeren. Heel bijzonder!
Vanuit Bob-Dioulasso heb ik vervolgens een bus naar Ghana gepakt. Het is bijzonder om het verschil tussen beide landen te zien: in Ghana kijken ze wel wat neer op het arme Burkina Faso. Maar ook is Ghana wel een stuk toeristischer: dat betekent dat het wat makkelijker is om er rond te reizen, maar ook dat de hartelijkheid wat meer gemaakt lijkt.Mijn mooiste plekken & hoogtepunten in Burkina Faso:
Lac des Poissons Sacrees • Bobo-Dioulasso • Ouagadougou
Mijn Burkina Faso beoordeling:
- Cultuur & bezienswaardigheden: 9
- Gastvrijheid: 10
- Natuur: 9
- Eten: 7
- Stranden: N.v.t.
-
Nathalie de Rooij op 08-09-2014
Gereisd april 2014 • 3 weken lang • alleen • zelfstandig“Wonen in een dorp in Burkina Faso”
In april en mei heb ik vrijwilligerswerk gedaan in een dorpje in Burkina Faso, op een basisschool in groep 3 met 105 kindjes! Ik ben met open armen ontvangen in het dorp en ik ben liefdevol en zeer goed verzorgd. Niet iedereen spreekt er Frans, maar wel de lokale taal. Communiceren was dus soms met handen en vieten, maar toch heb ik er vrienden gemaakt. Ik had op de school waar ik werk geld ingezameld en daar heb ik geweldige dingen mee kunnen doen; schoolmeubels, borden, zelfs een waterleiding bij school, medische hulp voor 1 jaar, slippertjes voor de kinderen. Onvergetelijk!
Bobo-Dioulasso; gezellige, muzikale stad vol drukte en leuke marktjes. Warme mensen. Lekker eten in de vele restaurantjes. Bezoek de Grand Marché, maar laat je niet foppen met de prijzen! Kleine straatjes vol winkelkraampjes, heerlijk al die geuren, kleuren en geluiden.
Mijn tip om dit gastvrije en fijne land te bezoeken en ècht te 'beleven' is dus: doe vrijwilligerswerk!Mijn mooiste plekken & hoogtepunten in Burkina Faso:
Banankélédaga • Bobo-Dioulasso • Ouagadougou
Mijn Burkina Faso beoordeling:
- Cultuur & bezienswaardigheden: 9
- Gastvrijheid: 10
- Natuur: 7
- Eten: 10
- Stranden: N.v.t.