Egypte heeft een oppervlakte van 1.002.000 km² waarvan 95 procent uit woestijn bestaat. Dit resulteert in een woestijnklimaat met weinig neerslag, hete zomers en iets mildere winters. Vooral in het noorden van Egypte rondom Alexandrië wil er wel eens neerslag vallen, maar in de rest van het land is dit minimaal. Ook zijn er plaatselijk grote temperatuurverschillen te meten. In de woestijn kan het verschil tussen minimum- en maximumtemperatuur binnen 24 uur met 20 ℃ verschillen. In de badplaatsen aan zee zijn deze verschillen kleiner. Egypte grenst aan de Middellandse Zee in het noorden, de Gazastrook en Israël in het noordoosten, Soedan in het zuiden, Libië in het westen en de Rode Zee in het oosten. Aan de Rode Zee vind je de beruchte badplaatsen van Egypte waar het zeebriesje in de zomer voor wat verkoeling zorgt.
Egypte heeft eigenlijk maar twee seizoenen: zomer en winter. Gedurende de periode april -oktober stijgen de temperaturen in bijna heel Egypte overdag naar 30 ℃ en hoger. Temperaturen van 40 ℃ in de schaduw zijn in de zomer geen ongewoon verschijnsel. Ook is er nog een andere traktatie in april: de khamsin. Dit is een warme wind vanuit de woestijn die vaak veel woestijnzand met zich meebrengt. Windsnelheden kunnen oplopen tot 140 kilometer per uur. In de wintermaanden ligt de temperatuur rond de 20 à 30 ℃. Egypte is daarmee de ideale winterzonvakantie. In de zomermaanden schijnt de zon rustig twaalf uur per dag en in de winter ligt dit alsnog rond de negen uur per dag.
Lees verder: Beste reistijd >